GROEP 26

KOELSYSTEEM





Koelvloeistofsysteem









  1  Koelvloeistofpomp
  2  Toevoerleiding (T-pijp) tussen
      pomp en blok.
  3  Retourleiding voor verwarmingselement
  4  Toevoerleiding voor verwar-
      mingselementonduit d'entrée de chaufferette
  5  Naar verwarmingselement
  6  Vulslang tussen radiateur en expansietankje
  7  Expansietankje
  8  Retourslangen tussen cilinder-
      kop en thermostaathuis
  9  Onluchtingslang
10  By-pass
11  Thermostaathuis

Algemeen

De motor wordt door vloeistof gekoeld en is voorzien
van een gesloten koelsysteem.

Het koelsysteem bestaat uit een binnen- en een
buitencircuit.

Tot het binnencircuit behoren de watermantels in de
motor en het verwarmingssysteem. Tot het buitencir-
cuit behoren de radiateur en het expansietankje

De koelvloeistpomp (1), die is aangebracht tussen
de twee rijen cilinders pompt de vloeistof door een
T-vormige buis (2) naar de achterkant van de koel-
mantels in het blok van beide cilinderrijen.

De koelvloeist omspoelt de cilindervoeringen en
stroomt dan naar de cilinderkoppen door de ope-
ningen, die hiervoor zijn gemaakt. De vloeistof
omspoelt de klepzittingen en stroomt vervolgens naar
het thermostaathuis (11) aan de voorkant van het
cilinderblok door twee slangen (8).

Als de motortemperatuur zo laag is, dat de thermo-
staat nog dicht is, dan stroomt de vloeistof door het
by pass kanaal (10) naar de pomp, die de vloeistof
weer in het blok pompt

Als de thermostaat begint te openen stroomt de
vloeistof gedeeltelijk naar de radiateur en gedeeltelijk
door het by-pass kanaal. Als de thermostaat geheel
geopend is gaat alle koelvloeistof door de radiateur
weer terug naar de pomp via de onderste raditeur-
slang.

Een expansietank (7) is verbonden met de radiateur
door tweee slangen (6 en 9).

De radiateur heeft geen vuldop. Het vullen van het
koelsysteem moet door de vulopening van het
expansietankje gebeuren en de vloeistof stroomt dan
door de slang (6) naar de radiateur, die iets lager ligt
dan het expansietankje. Al naar gelang het koel-
systeem wordt gevuld wordt het ontlucht door de
slang (9).

Tussen de cilinderkoppen aan de achterkant van de
motor bevindt zich een toevoerleiding (4), waarop
een slang (5) is aangesloten, die naar het verwarmings-
element gaat een retourleiding (3) weer naar de
koelvloeistofpomp.

De inhoud van het koelsysteem is 10,9 liter. De
koelvloeistof bestaat uit een mengsel van 50% anti
vries en 50% water.

De thermostaat begint te openen bij 80-83°C en is
volledig geopend bij 90-94°C.
Koelvloeistofpomp Koelvloeistofpomp
De koelvlofpomp is gemonteerd tussen de
cilinderrijen en is met bouten op het cilinderblok
bevestigd

De pomp wordt aangedreven door twee riemen en de
overbrengingsverhouding tussen pomp en krukas is
1,1:1.

De capaciteit bij 75 r/s van de krukas is 3 liter/sec.
Koelvloeistofpomp Op de koelvloeistofpomp zijn de volgende slangen
aangesloten;

1.  Bovenste radiateurslang.
2. Slangen van de cilinderkoppen
3. Een slang voor de T-leiding naar het blok (Deze
     leiding is voorzien van rubber ringen, die afdichten
     op het blok).
4. De slang voor de radiateurleiding van de verwarming.
5. Onderste radiateurslang

Op de koelvloeistofpomp vindt u de zendertjes voor
de thermische tijdschakelaar (6) en temperatuurmeter
(7).

Koelvloeistofpomp
De koelvloeistofpomp is een centrifugaalpomp. Het
huis is gemaakt van een aluminium legering.

Het thermosstaathuis (1, figuur 39) en het by-pass kanaal
(2) zijn in het huis van de vloeistofpomp onderge-
bracht.

Aan de achterkant van het huis is een deksel (3)
aangebracht

De poelie op de vloeistofpomp is gegoten en voorzien
van 2 sporen.

De as (4) is gelagerd in twee kogelllagers en de
afdichting bestaat uit een conventionele asafdichting
van rubber met fenolhars in de keerring, die op een
slijtring op het gietijzeren schoepenwiel werkt.
1. Thermosstaathuis 4. As met schoepenwiel
2. By-pass 5. Afdichting as
3. Deksel
                                                  Pompe à eau Ventilateur
De motor is uitgerust met een ventilateur met een
slipkoppeling. Deze beperkt het max. toerental van de
ventilateur tot ongeveer 42 rs (2500 omw/min),
De ventilateur heeft zes alminium bladen.

Een ventilatorkap verhoogt de capaciteit van de
ventilateur.
Radiateur Radiateur
De radiateur is van het horizontale type, wat
betekent dat de radiateurwatermantels staan langs de
zijden van het buizensysteem. De radiateur heeft geen
vuldop meer. Het vullen van he koelsysteem
geschiedt via het hoger geplaatste expansietankje.
Expansietank Expansietank

Het expansietankje, dat van plastic is, is aangebracht
op het linker binnenscherm, Het is voorzien van een
max-. en min-. merkteken.

In de dop is een klep gemonteerd, die de druk in het
koelsystem afregelt op max 65-85 kPa (0,65-0,85
kg/cm2). een andere klep opent bij een onderdruk
van ongeveer 7 kPa (0,07 cm2). Van de onderkant
van de tank gaat een slang naar de radiateur en van de
bovenkant een dunnere slang voor het ontluchten.

Onder het rijden, als de koelvloeistof warmer wordt
en gaat uitzetten, stroomt het overschot aan vloeistof
Aftapkranen van de radiateur naar het expansietankje. Tijdens het
afkoelen, als het vloeistofvolume afneemt, stroomt de
koelvloeistof, afhankelijk van het hoogteverschil
tussen expansietank en radiateur, zodat het systeem altijd is
gevuld.


Aftapkranen
Om de vloeistof te kunnen aftappen uit het
motorblok zijn er twee aftapkraantjes (A),aange-
bracht, één aan iedere kant van het motorblok.

De kraantjes zijn voorzien van een nippel om er een
slang op te kunnen schuiven, zodat het opvangen van
de koelvloeistof gemakkelijker is.
Aandrijfriemen 1. Twee riemen voor de aandrijving van de vloeistof-
     pomp en de dynamo.
2. Een riem voor de aandrijving van de pomp voor de
     servostuurinrichting.
3. Een riem voor de aandrijving voor de aandrijving van
     de AC-Compressor.
     Geldt voor wagens uitgerust met een air-conditioning








text en foto's uit Volvo Servicehandboek Afd.2 (excl grp. 23,24,27) Motor B27