![]() | 1 Koelvloeistofpomp 2 Toevoerleiding (T-pijp) tussen pomp en blok. 3 Retourleiding voor verwarmingselement 4 Toevoerleiding voor verwar- mingselementonduit d'entrée de chaufferette 5 Naar verwarmingselement 6 Vulslang tussen radiateur en expansietankje 7 Expansietankje 8 Retourslangen tussen cilinder- kop en thermostaathuis 9 Onluchtingslang 10 By-pass 11 Thermostaathuis |
|||||
Algemeen De motor wordt door vloeistof gekoeld en is voorzien van een gesloten koelsysteem. Het koelsysteem bestaat uit een binnen- en een buitencircuit. Tot het binnencircuit behoren de watermantels in de motor en het verwarmingssysteem. Tot het buitencir- cuit behoren de radiateur en het expansietankje De koelvloeistpomp (1), die is aangebracht tussen de twee rijen cilinders pompt de vloeistof door een T-vormige buis (2) naar de achterkant van de koel- mantels in het blok van beide cilinderrijen. De koelvloeist omspoelt de cilindervoeringen en stroomt dan naar de cilinderkoppen door de ope- ningen, die hiervoor zijn gemaakt. De vloeistof omspoelt de klepzittingen en stroomt vervolgens naar het thermostaathuis (11) aan de voorkant van het cilinderblok door twee slangen (8). Als de motortemperatuur zo laag is, dat de thermo- staat nog dicht is, dan stroomt de vloeistof door het by pass kanaal (10) naar de pomp, die de vloeistof weer in het blok pompt Als de thermostaat begint te openen stroomt de vloeistof gedeeltelijk naar de radiateur en gedeeltelijk |
door het by-pass kanaal. Als de thermostaat geheel geopend is gaat alle koelvloeistof door de radiateur weer terug naar de pomp via de onderste raditeur- slang. Een expansietank (7) is verbonden met de radiateur door tweee slangen (6 en 9). De radiateur heeft geen vuldop. Het vullen van het koelsysteem moet door de vulopening van het expansietankje gebeuren en de vloeistof stroomt dan door de slang (6) naar de radiateur, die iets lager ligt dan het expansietankje. Al naar gelang het koel- systeem wordt gevuld wordt het ontlucht door de slang (9). Tussen de cilinderkoppen aan de achterkant van de motor bevindt zich een toevoerleiding (4), waarop een slang (5) is aangesloten, die naar het verwarmings- element gaat een retourleiding (3) weer naar de koelvloeistofpomp. De inhoud van het koelsysteem is 10,9 liter. De koelvloeistof bestaat uit een mengsel van 50% anti vries en 50% water. De thermostaat begint te openen bij 80-83°C en is volledig geopend bij 90-94°C. |
|||||
![]() |
Koelvloeistofpomp De koelvlofpomp is gemonteerd tussen de cilinderrijen en is met bouten op het cilinderblok bevestigd De pomp wordt aangedreven door twee riemen en de overbrengingsverhouding tussen pomp en krukas is 1,1:1. De capaciteit bij 75 r/s van de krukas is 3 liter/sec. |
|||||
![]() |
Op de koelvloeistofpomp zijn de volgende slangen aangesloten; 1.  Bovenste radiateurslang. 2. Slangen van de cilinderkoppen 3. Een slang voor de T-leiding naar het blok (Deze leiding is voorzien van rubber ringen, die afdichten op het blok). 4. De slang voor de radiateurleiding van de verwarming. 5. Onderste radiateurslang Op de koelvloeistofpomp vindt u de zendertjes voor de thermische tijdschakelaar (6) en temperatuurmeter (7). |
|||||
![]() |
De koelvloeistofpomp is een centrifugaalpomp. Het huis is gemaakt van een aluminium legering. Het thermosstaathuis (1, figuur 39) en het by-pass kanaal (2) zijn in het huis van de vloeistofpomp onderge- bracht. Aan de achterkant van het huis is een deksel (3) aangebracht De poelie op de vloeistofpomp is gegoten en voorzien van 2 sporen. De as (4) is gelagerd in twee kogelllagers en de afdichting bestaat uit een conventionele asafdichting van rubber met fenolhars in de keerring, die op een slijtring op het gietijzeren schoepenwiel werkt.
|
|||||
![]() |
Ventilateur De motor is uitgerust met een ventilateur met een slipkoppeling. Deze beperkt het max. toerental van de ventilateur tot ongeveer 42 rs (2500 omw/min), De ventilateur heeft zes alminium bladen. Een ventilatorkap verhoogt de capaciteit van de ventilateur. |
|||||
![]() |
Radiateur De radiateur is van het horizontale type, wat betekent dat de radiateurwatermantels staan langs de zijden van het buizensysteem. De radiateur heeft geen vuldop meer. Het vullen van he koelsysteem geschiedt via het hoger geplaatste expansietankje. |
|||||
![]() |
Expansietank Het expansietankje, dat van plastic is, is aangebracht op het linker binnenscherm, Het is voorzien van een max-. en min-. merkteken. In de dop is een klep gemonteerd, die de druk in het koelsystem afregelt op max 65-85 kPa (0,65-0,85 kg/cm2). een andere klep opent bij een onderdruk van ongeveer 7 kPa (0,07 cm2). Van de onderkant van de tank gaat een slang naar de radiateur en van de bovenkant een dunnere slang voor het ontluchten. Onder het rijden, als de koelvloeistof warmer wordt en gaat uitzetten, stroomt het overschot aan vloeistof |
|||||
![]() |
van de radiateur naar het expansietankje. Tijdens het afkoelen, als het vloeistofvolume afneemt, stroomt de koelvloeistof, afhankelijk van het hoogteverschil tussen expansietank en radiateur, zodat het systeem altijd is gevuld. Aftapkranen Om de vloeistof te kunnen aftappen uit het motorblok zijn er twee aftapkraantjes (A),aange- bracht, één aan iedere kant van het motorblok. De kraantjes zijn voorzien van een nippel om er een slang op te kunnen schuiven, zodat het opvangen van de koelvloeistof gemakkelijker is. |
|||||
![]() |
1. Twee riemen voor de aandrijving van de vloeistof- pomp en de dynamo. 2. Een riem voor de aandrijving van de pomp voor de servostuurinrichting. 3. Een riem voor de aandrijving voor de aandrijving van de AC-Compressor. Geldt voor wagens uitgerust met een air-conditioning |