Pagina 5:1 Als er iets gebeurt... |
Als er iets gebeurt...Ook al verzorgt u uw auto voorbeeldig, tochkan het gebeuren, dat u met de auto iets krijgt, zoals b.v een lege band, een kapotte gloeilamp, enz. dat u zelf moet verhelpen om verder te kunnen rijden. In dit hoodstuk worden behandeld: |
Pagina 5:1 Als er iets gebeurt deze index Pagina 5:2 Wiel verwisselen Pagina 5:5 Gloeilamp vervangen Pagina 5:12 Zekeringen vervangen Pagina 5:15 Lokaliseren van storingen Pagina 5:20 Wisserblad vervangen |
Pagina 5:2 Reservewiel |
Denk hieraan bij het wielen verwisselen!Als u van zomerwielen op winterwielen overgaat, moet u met krijt opde banden aantekenen,waar het wiel zat, b.v. LV links vóór, enz. De velgen van de auto hebben een "extra" gat. Dit gat moet passen over de paspen die op de remschijven zit. Deze paspen zorgt ervoor, dat de wielen na verwisselen - lege band of verwisselen van winter- en zomerwielen - altijd in precies dezelfde stand komen te zitten als daarvoor een goede wielbalans gewaarborgd is. Denk er echter aan om op het wiel te schrijven waar het zit, voordat u het verwijdert! |
Reservewiel "Special Spare"Het reservewiel van uw auto heeft een speciale band die "SpecialSpare" genoemd wordt (Engels voor speciaal reservewiel). De band heeft de codering 155R 15. Als de band stukgaat, kunt u een nieuwe band met deze codering bij uw Volvo-dealer kopen. De spanning van deze band moet 350 kPa (3,5 kg/cm2) zijn, ongeacht de belasting van de auto en waar het wiel op de auto zit. Volgens bestaande wetten is het toegestaan om met het reservewiel slechts eventjes te gebruiken, als een band b.v. beschadigd is. Een gemonteerd wiel van dit type moet dus zo snel mogelijk door een normaal wiel worden vervangen. Denk er ook om, dat deze band, te samen met de normale andere banden, de rij-eigenschappen iets kan veranderen. De aanbevolen maximumsnelheid, als een "Special Spare" reservewiel gemonteerd is, is daarom 100 km/uur, ook al is de band tegen een hogere snelheid bestand. |
Pagina 5:3 Wiel verwisselen |
Het reservewiel ligt onder de vloermat in de bagageruimte. De krik en de gereedschapsdoos zijn aangebracht in het vak rechts in de bagageruimte. Denk eraan om de gevarendriehoek volgens de adviezen op de doos van de gevarendriehoek op te zetten. |
Verwijder het wiel als volgt: automatische versnellingsbak. Blokkeer de wielen die nog op de grond staan aan de voor- en achterkant. doos. ren moeten door linksom te draaien worden losgedraaid; zie de af- beelding. |
Pagina 5:4 Wiel verwisselen |
WAARSCHUWING! auto worden gebruikt. Bij alle andere werkzaamheden aan de auto moet een garagekrik worden gebruikt en moeten blokken worden gezet onder het gedeelte van de auto dat omhoog gebracht is. matische versnellingsbak in. en achterkant. Gebruik hiervoor stevige houtblokken of grote stenen. gesmeerd zijn. |
Hang de krik aan de pen in de kriksteun, zoals de afbeelding toont, en draai de krikvoet zo naar beneden dat deze vlak op de grond drukt. Controleer opnieuw of de krik volgens de afbeelding in de krik- steun zit. draad van de wielmoeren niet. |
Wiel aanbrengendie in het "extra" gat in de velg moet komen. Draai de wielmoeren vast. N.B! Het schuine gedeelte van de moeren moet naar het wiel gekeerd worden. moment ca 85 Nm (8,5 kgm). Dit is ongeveer het geval, als u met de dopsleutel en steel uit de gereedschapsdoos stevig aanhaalt. |
Pagina 5:5 Gloeilamp vervangen |
Gloeilamp in een koplamp vervangenDe gloeilampen moeten via de motorruimte worden vervangen.zwaar gaan. Verwijder het deksel. Bij het vervangen van een H1-lamp; borgveer loslaten. glas met de vingers aan te raken. waardoor de gloeilamp maar op een manier goed zit. Breng alles weer in de tegengestelde volgorde aan. |
Om gemakkelijker bij de gloeilamp van de linker koplamp te kunnnen komen kan de vulbuis voor het sproeivloeistofreservoir worden ver- wijderd door deze recht omhoog te trekken. Gloeilamp in een parkeerlicht vervangendrukken en linksom te draaien. rechtsom te draaien. N.B! Pak de gloeilamp nooit met de vingers aan het glas beet. Vet en olie van de vingers verdampen namelijk door de warmte en zetten zich op de reflector af waardoor deze snel slecht wordt. |
Pagina 5:6 Gloeilamp vervangen |
Gloeilamp in de knipperlichten vóór vervangenDe gloeilamp moet via de motorruimte worden vervangen.en linksom te draaien. |
rechtsom te draaien. |
Pagina 5:7 Gloeilamp vervangen |
Gloeilamp in een achterlicht vervangenAlle gloeilampen in een achterlicht moeten via de bagageruimtevervangen worden. De afdekkap zit aan de onderkant vast. deze los. De gloeilamp zit in de fitting vast. een paar mm linksom te draaien. achterlicht aan. |
Gloeilampen 1 Achteruitrijlichten 2 Mistachterlampen 3 Remlichten 4 Richtingaanwijzers 5 Richtingaanwijzers 6 Achterlichten 7 Achterlichten |
Sterkte 21 W 21 W 21 W 21 W 21 W 5 W 5 W |
Fitting BA 15s BA 15s BA 15s BA 15s BA 15s BA 15s BA 15s |
Pagina 5:8 Gloeilamp vervangen |
Hooggeplaatst remlichtDoor het bovenste deel vann het achterstukomlaag te drukken kunt u dit lostrekken. De gloeilamp is bereikbaar door de fitting linksom te draaien. De gloeilamp komt los door deze naar binnen te drukken en linksom te draaien. Vervang de gloeilamp en zet het achterstuk vast. |
ZijknipperlichtDe gloeilamp moet van buitenaf wordenvervangen. Schuif de lamp naar voren en trek de achterkant eruit. Daarna kan de hele lamp verwijderd worden. Laat de draden in de fitting zitten en trek de fitting eruit. Trek de kapotte gloeilamp er recht uit. |
KentekenplaatverlichtingSchakel de verlichting uit en draai de startsleutelin stand 0! Trek het lamphuis naar voren. totdat dit aan de achterkant loslaat. Vervang de gloeilamp. Controleer of de pakking goed ligt en pas het lamphuis in de voorkant van het gat en druk het achterste deel met de hand omhoog, zoals dit weer vastzit. |
Gloeilamp Hooggeplaatst remlicht |
Sterkte 21 W |
Fitting BA 15s |
Gloeilamp Zijknipperlicht |
Sterkte 5 W |
Fitting W 2.1x9.5d |
Gloeilamp Kentekenplaatverlichting |
Sterkte 4 W |
Fitting BA 9s |
Pagina 5:9 Gloeilamp vervangen |
BagageruimteverlichtingDruk de borgnok van het glas met een schroeve-draaier naar binnen (zie de afbeelding) en ver- wijder het glas. Vervang de gloeilamp en breng het glas weer aan. |
MotorruimteverlichtingSteek de schroevedraaier naar binnen (zie deafbeelding) en draai voorzichtig, dan laat het glas los. Vervang de gloeilamp en breng het glas weer aan. |
Gloeilamp Bagageruimteverlichting |
Sterkte 10 W |
Fitting SV 8.5 |
Gloeilamp Motorruimteverlichting |
Sterkte 10 W |
Fitting SV 8.5 |
Pagina 5:10 Gloeilamp vervangen |
Make-up spiegelSteek een schroevendraaier in en draai deze,dan laat het glas los. Vervang de gloeilamp en druk het glas weer op zijn plaats. |
Waarschuwingslamp portierBeide portieren hebben rode waarschuwings-lampen. Dit moet u doen om een gloeilamp te vervan- gen: steek een schroevendraaier in (zie de afbeelding) en draai voorzichtig, dan laat het glas los. Trek de kapotte lamp rechtuit los. Vervang de lamp en breng het glas aan. |
InstapverlichtingAan beide kanten van de vloer zit verlich-ting. Doe het volgende om een gloeilamp te vervangen: Steek een schroevendraaier vol- gens de afbeelding in en draai voorzichtig, dan laat het glas los. Vervang de gloeilamp en druk het glas weer op zijn plaats. |
Gloeilamp Make-up spiegel |
Sterkte 3 W |
Fitting SV 7 |
Gloeilamp Portierwaarschuwingslamp |
Sterkte 3 W |
Fitting W 2.1x9.5d |
Gloeilamp Instapverlichting |
Sterkte 5 W |
Fitting SV 8.5 |
Pagina 5:11 Gloeilamp vervangen |
Plafondlamp en leeslampjesPak het voorste deel van het lamphuisvolgens de afbeelding vast en trek het recht naar beneden los. Vervang de kapotte gloeilamp. Controleer of deze licht geeft. Breng het lamphuis weer aan. |
Leeslampjes achterDe verstelbare leeslampjes van de achterbankworden als volgt vervangen: Steek volgens de afbeelding een schroevedraaier in en draai voorzichtig, dan laat het lamphuis los. Trek de lamp uit de fitting en vervang de lamp. |
Gloeilamp Leeslampjes Plafondlamp |
Sterkte 5 W 10 W |
Fitting W 2.1x9.5d SV 8.5 |
Gloeilamp Leeslampjes achter |
Sterkte 5 W |
Fitting W 2.1x9.5d |
Pagina 5:12 Gloeilamp vervangen Zekeringen vervangen |
MistlampDraai de twee kruiskopschroeven los.Verwijder de schroeven en de "hoekstukken"en trek de reflector naar voren los. Breng de veren die de gloeilamp vasthouden uit elkaar en buig deze omhoog. Trek de connector van de draad naar de gloeilamp los en breng een nieuwe gloeilamp aan. Breng alle onderdelen in de omgekeerde volgorde t.o.v. het verwij- deren aan. Let op de tekst TOP op het lampeglas! Deze moet aan de bovenkant zitten. N.B! Pak de gloeilamp nooit met de vingers aan het glas beet! Vet en olie van de vingers verdampen namelijk door de warmte en zetten zich op de reflector af; deze wordt dan snel slecht. |
Zekering vervangenAls een elektrische component niet werkt, kan dit komen door eenzekering die door een korte overbelasting is doorgebrand. de zekeringen en relais van de auto zitten in de centrale verdeeldoos voor het asbakje in de tunnelconsole. Zo kunt u bij de centrale verdeeldoos komen: duim omlaag en licht het asbakje uit. asbakhouder, trek de onderkant naar achteren en verwijder het kastje. U ziet nu de zekeringen. Misschien zien de zekeringen er voor u niet gewoon uit: dit komt, omdat zij van een nieuw, beter en nauwkeuriger type dan vroeger zijn. |
Pagina 5:13 Zekeringen |
Nr | Ampére | |
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 |
Brandstofpomp (hoofdpomp) Centrale vergrendeling, waarschuwingsknipperlichten grootlichtsignaal Mistlampen, mistachterlampen Remlichten, elektrische bediend kofferdeksel Verlichting handschoenenkastje, klokje, radio, motorruimte- verlichting, binnenverlichting, bagageruimteverlichting, motorbediende antenne, waarschuwingslamp in portieren, make-up spiegel, instapverlichting Elektronische verwarming/ventilatie Elektrisch verwarmde voorstoelen Elektrisch bediende raammechanismen Herinneringssyteem autogordels, richtingaanwijzers, elektrisch verwarmde voorstoelen, elektrisch bediende raammechanismen Elektrisch verwarmde achterruit, elektrisch verwarmde buitenspiegels, elektrisch bediend zonnedak Brandstofpomp (in tank), elektrisch verwarmde Lambda-sonde (B280F) Achterlichten, Cruise Control, uitschakeling 4e versnelling automaat Elektrische ventilator, herinneringssyteem autogordels Elektrisch bediende buitenspiegels, aansteker, radio, airconditioning, leeslampjes achter, elektrisch bediende tankklep Claxon, ruitenwissers/-sproeiers, koplampwissers/-sproeiers Radio Linker grootlicht Rechter grootlicht Linker dimlicht |
25 25 15 15 15 30 30 30 15 30 15 15 15 15 25 15 15 15 15 |
Pagina 5:14 Zekeringen |
Nr | Ampére | |
20 21 22 23 24 25 26 R |
Rechter dimlicht Linker parkeerlicht vóór en achter, kentekenplaatverlichting, verlichting van asbakje, kachelbediening, schakelaars elektrisch verwarmde achterruit en elektrisch bediend schuifdak, verlichting van instrumenten en schakelaars links van het stuur. Verlichting van snelsluiting autogordels, rechter parkeerlicht vóór en achter, verlichting opbergvak tussen voorstoelen, extra koplamp Radio Elektrisch verstelbare passagiersstoel - Elektrisch verstelbare bestuurdersstoel Reservezekeringen |
15 15 15 25 30 - 30 | N.B! Bovendien is er voor ABS (niet-blokkerende remmen) een 10A zekering die links van het stuur onder het dashboard zit. N.B! De koplampwissers hebben een beveiliging tegen overbelasting en deze werkt, als de wisserbladen b.v. door sneeuw of ijs worden geblokkeerd (de wissers blijven steken). Als dit het geval is, moet de startsleutel in de 0-stand gedraaid, de sneeuw of het ijs verwijderd en ca 1 minuut gewacht worden. Dan is de beveiliging tegen overbelasting afgekoeld en kan de startsleutel weer in de rijstand worden gedraaid en kunnen de koplampwissers weer worden gebruikt. |
Pagina 5:15 Lokaliseren van storingen |
De aanwijzingen voor het starten van de
Start de motor volgens de aanwijzingen. |
Storing in het ontstekingssysteemControleer de bougies (de elektrode-afstand moet 0,7 mm zijn) enmaak deze schoon. Controleer de verdelerkap op scheurtjes en vocht; maak deze aan de binnenkant schoon en droog. Controleer of alle elektrische kabels van het ontstekingssysteem goed aangesloten en schoon zijn. Verstopt luchtfilter/brandstoffilterVervang het filter. |
Pagina 5:16 Lokaliseren van storingen |
Storing in het ontstekingsysteemControleer de bougies (de elektrode-afstand moet 0,7 mm zijn) enmaak deze schoon. Controleer de verdelerkap op scheurtjes en vocht en maak deze aan de binnenkant schoon en droog. Controleer of alle elektrische kabels van het ontstekingssysteem goed aangesloten en schoon zijn. |
Pagina 5:17 Lokaliseren van storingen |
De radiatorslangen zijn kapot of lekken.Controleer de radiatorslangen en vervang deze, indien nodig.Te weinig koelvloeistof.Controleer het koelvloeistofpeil en vul koelvloeistof bij;zie pagina 7.8 De V-riemen zijn kapot of slecht gespannen.Vervang de V-riemen of span deze. |
WielonbalansLaat de wielen balanceren.
Verkeerde bandenspanning.Controleer de bandenspanning.Te laag vloeistofpeil in de stuur-
Controleer het vloeistofpeil en vul vloeistof bij; zie pagina 7.5 |
Pagina 5:18 Lokaliseren van storingen |
Geen stroom naar de schuifdakmotor.Controleer zekering nr 10.De schuifdakmotor is defect.Draai de twee schroeven van de afdekkap van de schuifdakmotor uit,steek een schroevendraaier in de gaten en schroef het deksel van de schuifdakmotor los. Druk het plastic pennetje in het midden van de bout met de gewone schroevendraaier omhoog en draai, totdat het schuifdak dicht is. |
Pagina 5:19 Lokaliseren van storingen |
|
Pagina 5:20 Ruitenwissers/koplampwissers, wisserblad vervangen |
Ruitenwisser vervangenKlap de wisserarm om en houd het wisserbladhaaks op de wisserarm. Druk de borgveer aan de achterkant van de wisserarm naar binnen. Trek het gehele wisserblad naar beneden, zo- dat het "oog" van de arm helemaal door het gat in de bevestiging van het wisserblad komt. Breng het nieuw wisserblad in de tegengestel- de volgorde aan en controleer of het goed vastzit!
|
Koplampwisser vervangenKlap de wisserarm naar voren. trek het wisser- blad naar buiten los. Druk het nieuwe wisser- blad vast met het langste uiteinde naar het midden van de auto gekeerd. Controleer of het wisserblad goed vastzit! |