Algemeen |
De auto is zowel voor de voor-als achterwielen uitgerust met schroefveren. De stabilisator aan de voorkant is met rubber bussen in de langsliggers gelagerd. Deze werkt via in rubber gela- gerde draagarmstangen op de draagarmen. De stabilisator aan de achterkant zit vast aan de draagar- men, zowel bij de onderste schokdemperbevestiging als aan een steun onder de overval van de achteras. |
De voorschokdempers zijn dubbelwerkende hydrauli- sche schokdempers en van het telescoop type. Zij zijn onderhoudsvrij en kunnen niet uit elkaar worden geno- men. Zie voor de achterschokdempers hieronder. De wielen hebben lichtmetalen velgen met de maat 6Jx15. De banden zijn van het laagprofiel type met de maat 205/60 R 15 89H. |
De achterschokdempers zijn van een type met niveauregeling |
In de schokdempers worden de dempende en niveau regelende functie met elkaar gecombineerd. De demping wordt verzorgd door een zuiger met veer- schotels volgens het éénbuis principe (gasdrukdem- per). De niveauregeling wordt gestuurd door kleppen die in de zuigerstang en in de afzonderlijke pompstang zijn ingebouwd. Bij bewegingen van de carrosserie of de wielen sturen de kleppen en het ontlastgat in de pompstang de verde- ling van de hydraulische vloeistof over twee kamers die onder gasdruk staan. Bij grote en/of snelle wielbewegingen (slechte weg) wordt de hefkracht groter en dus ook de vrije hoogte ten opzichte van de grond. |