Pagina 7:1 Volvo Service

Regelmatig onderhoud
- dat is investeren!

Deze investering brengt zijn geld op, omdat u
op uw auto kunt vertrouwen en omdat deze
langer meegaat. En ook als u uw auto door
een nieuwere wilt vervangen. Lees daarom
over:

Pagina 7:1 Volvo Service en deze index
Pagina 7:2 Volvo Service
Pagina 7:3 Om aan te denken
Pagina 7:4 Motorruimte
Pagina 7:5 Versnellingsbak, oliepeil controleren
Pagina 7:6 Stuurbekrachtiging, remmen, Vloeistofpeil controleren
Pagina 7:7 Carrosseriesmering
Pagina 7:8 Koelvloeistof, controleren en vervangen
Pagina 7:9 V-riemen, controleren
Pagina 7:10 Sproeivloeistof
Pagina 7:11 Motorolie, peil controleren en verversen
Pagina 7:12 Motorolie





Pagina 7:2 Volvo Service
Go To Top of Page.

Dit onderhoud heeft uw auto nodig:

Voordat de auto aan u werd overgedragen, is deze twee maal
geïnspecteerd. De eerste inspectie werd in de fabriek gedaan
en de tweede was de afleveringsinspectie die volgen
Volvo-instructies door uw Volvodealer werd uitgevoerd.
De garantie-inspectie moet de auto tussen 1000 en 2000 km krijgen.
Breng de auto bij voorkeur naar de dealer die de auto heeft geleverd.
Bij de garantie-inspectie worden allerlei controles uitgevoerd en
tegelijk worden de motorolie, versnellingsbakolie en achterasolie
ververst.


Het Volvo Onderhouds Programma

Om steeds van de hoge mate van veiligheid, bedrijfszekerheid en
betrouwbaarheid van Uw Volvo gebruik te kunnen maken moet u
het Volvo Onderhouds Programma opvolgen dat in het
serviceboekje is beschreven.

Wij raden u ten sterkste aan om de werkzaamheden waarvan in deze
onderhoudsschema's sprake is, toe te vertrouwen aan uw
Volvo-dealer die de ervaring, technische gegevens en apparatuur
heeft om er zeker van te zijn, dat de werkzaamheden worden
uitgevoerd met de hoge kwaliteit die u, als Volvo-bezitter, verwacht.
U kunt er tevens van verzekerd zijn, dat uw Volvo-dealer alleen maar
originele Volvo service onderdelen gebruikt die van dezelfde hoge
kwaliteit zijn als de onderdelen die oorspronkelijk tijdens de fabricage
van Uw Volvo werden gebruikt.
Het Volvo onderhouds programma is opgesteld voor Volvo-auto's
die bij normale omstandigheden worden gebruikt. Het omvat een
Basis Onderhouds Programma om de zes maanden of bij
maximaal 10 000 km en een Totaal Onderhouds programma
een maal per jaar of bij maximaal 20 000 km. Als u van mening bent,
dat uw manier van rijden meer dan normaak van de auto vergt,
moet u dit met uw Volvodealer bespreken; hij zal u gaarne adviseren
met een eventueel speciaal onderhoud dat nodig kan zijn.



   BELANGRIJK

    Voorwaarde voor de geldigheid van de garantie is absoluut
    dat bovengenoemde garantie-inspectie ongeveer bij de aanbevolen
    kilometerstand wordt uitgevoerd dat de auto overigens volgens de
    instructies van deze handleiding wordt onderhouden, d.w.z.,
    dat olie verversen en inspecties bij de juiste kilometerstanden
    worden uitgevoerd en
    dat de inspecties en reparaties door een erkende Volvo-werkplaats
    worden uitgevoerd.

Denk eraan, dat ...


  • regelmatig onderhoud noodzakelijk is om uw auto in goede conditie
        te houden zowel wat betreft de betrouwbaarheid als de
        verkeersveiligheid
  • Het overslaan van een inspectie tot gevolg kan hebben, dat uw auto
        uitlaatgassen afgeeft met een onaanvaardbaar hoog gehalte aan
        stoffen die voor het milieu schadelijk zijn.
  • de inspecties het beste door een Volvo-werkplaats kunnen
        worden uitgevoerd, omdat deze ervaren personeel hebben die met
        de produkten bekend zijn en speciaal gereedschap en betrouwbare
        serviceliteratuur van Volvo hebben
  • uw Serviceboekje na elke inspectie moet worden afgestempeld.
        Een "goed afgestempeld" Serviceboekje is een aanwijzing, dat de
        auto goed onderhouden is en dit verhoogt de tweede-handswaarde.
        Hier over kunt u meer lezen in uw garantieboekje.
















  • Pagina 7:3 Om aan te denken!

    Go To Top of Page.

    Denk hieraan, voorat u aan uw auto gaat werken:

    WAARSCHUWING!
    De ontsteking van de auto werkt met een zeer hoge spanning die
    levensgevaarlijk is!
    Raak de bougies, bobine, bougiekabels en bobinekabel niet aan,
    als de motor loopt of het contact aanstaat!.

    Het contact moet afgezet of de accu losgekoppeld zijn bij de
    volgende werkzaamheden:
  • aansluiting van de motortestapparatuur, ontstekingstest-
       lamp, contacthoek/toerentalmeter, ontstekingsoscilloscoop,
       enz.
  • Vervanging van onderdelen van de ontsteking, zoals
       bougies, bobine, stroomverdeler, bobine- en bougiekabels.



  • Accu

  • Overtuig u ervan, dat de accukabels goed aangesloten en goed aan-
        gehaald zijn.
  • Koppel de accu nooit los, als de motor loopt (b.v. bij het vervangen
        van de accu).
  • Bij gebruik van een snellader moeten de accukabels losgekoppeld
        zijn
  • Zet de radio uit, als de accu wordt losgekoppeld; anders wordt de
        elektronica van de radio beschadigd.

    Auto omhoog brengen

    Als de auto met een garagekrik omhooggebracht wordt, moeten de
    vier kriksteunen (twee aan elke kant) worden gebruikt. Deze zijn voor
    dit doel speciaal versterkt. Ook kan een garagekrik tussen de
    voorwielen tegen de voorasbalk worden aangebracht.
    N.B! De garagekrik mag echter niet tegen het gegoten achterashuis
    worden aangebracht!

  • Let erop. dat de krik goed wordt geplaatst, zodat de auto niet van
    de krik afglijdt.
    Gebruik altijd bokken of iets dergelijks
    Als de auto met een hefbrug met twee kolommen omhooggebracht
    wordt, moeten de voorste hefarmen onder de steunen van de
    draagarmstangen
    (zie afbeelding) worden aangebracht en niet
    onder de kriksteunen! Anders wordt de auto van voren te zwaar,
    zodat bij werkzaamheden aan de achteras en de achterveren het
    achterste deel van de auto los kan komen van de achterste hefarmen.

    De achterste hefarmen moeten onder de achterste kriksteunen
    worden aangebracht.


    Draagarmsteunen








    Pagina 7:4 Motorruimte
    Go To Top of Page.

    Motorruimte
    Motorruimte

      1   Expansietank
      2   Peilstok motorolie
      3   Vuldop motorolie
      4   Oliepeilsok automatiche
         versnellingsbak
      5   Remvloeistofreservoir
      6   Typeplaatje
      7   Accu
      8   Radiator
      9   Luchtfilter
    10   Sproeivloeistofreservoir




    Pagina 7:5 Stuurbekrachtigings- en remvloeistof

    Go To Top of Page.

    Peilstok


    Stuurbekrachtigingsvloeistof

    De peilstok heeft verschillende merkstrepen voor warme en voor
    koude olie. Voor het rijden mag het oliepeil niet boven COLD liggen.
    Na het rijden, als de olie nog warm is, mag het peilniet boven HOT
    liggen.
    Vul olie bij, als het peil bij ADD ligt.

    Oliekwaliteit: ATF-olie
    Oliepeil controleren: Bij elke inspectiebeurt
    Olie-inhoud: 0,8 liter
    Olie verversen: is niet nodig


    Remvloeistofreservoir


    Remvloeistof

    Het peil moet tussen de MIN-en MAX-streepjes liggen.

    Vloeistoftype remvloeistof DOT 4 (of SAEJ 1703).
    Vloeistofpeil controleren: altijd bij het tanken.
    Vloeistof verversen: om het jaar

    N.B! Bij auto's, waarmee zo wordt gereden, dat de remmen vaak en
    zwaar worden gebruikt, zoals b.v. bij het rijden in de bergen of in een
    tropisch klimaat met hoge luchtvochtigheid, moet de vloeistof elk jaar
    worden ververst. Dit verversen behoort niet tot een inspectiebeurt, maar
    het is doelmatig om dit gelijktijdig met een inspectiebeurt bij een
    Volvo-garage te laten doen.




    Pagina 7:6 Versnellingsbakolie (automatische versnellingsbak)

    Go To Top of Page.

    Peilstok
    A     Koude versnellingsbakolie - olie tempera-
            tuur +40°C.
    Deze temperatuur wordt in de
            garage of werkplaats bereikt na ca 10 min-
            uten stationair lopen. Bij een olietempe
            ratuur onder +40°C kan het peil onder het
            MIN-streepje liggen
    B     Warme versnellingsbakolie - oil tempera-
            tuur +90°C.
    Deze temperatuur wordt bij
            snel rijden op buitenwegen in ca 30 minu-
            ten bereikt. Bij een olietemperatuur boven
            +90°C kan het peil boven het MAX-
           streeepje liggen.
    N.B!: Bij oliepeilcontroles moet de motor
    stationair lopen!

                                      Peilstok met geel handvat




    Automatische versnellingsbak

    Bij het controleren van het oliepeil moet u
    het volgende doen:
    Zet de auto horizontaal en laat de motor
    stationair lopen.
    Breng de keuzehendel via alle
    versnellingen langzaam in stand P. Wacht twee
    minuten en controleer het oliepeil. Op boven-
    staande tekening is zichtbaar, dat de peilstok
    een "koude" en een "warme" kant heeft. Het
    oliepeil moet tussen de steepjes MAX en MIN
    liggen. Veeg de peilstok af met een lap die geen
    resten op de peilstok achterlaat.
    Het bijvullen bebeurt via de pijp waarin de
    peilstok zit. De hoeveelheid tussen de streepjes
    MAX en MIN is een halve liter. Vul nooit met


    te veel olie. Dan kan de versnellingsbak de
    olie eruit gooien. Door te weinig olie kan de
    versnellingsbak niet goed werken, met name
    als deze koud is.




    WAARSCHUWING!

    N.B! De olie kan erg heet zijn!
    Mors nooit olie op de hete uitlaatpijpen!
    Brandgevaar!


    Oliekwaliteit: ATF-olie type Dextron II D bij
    alle temperaturen
    Oliepel controleren: bij elke inspectiebeurt,
    maar tenminste elk half jaar
    Olie verversen: elke 40 000 km













    Pagina 7:7 Carrosseriesmering

    Go To Top of Page.

    Portieruitsteller - zit bij het onderste portierscharnier                                   Smeerplaatsen
    3 Portieruitsteller - zit bij het
       onderste portierscharnier


    Nr
    1

    2
    3

    4
    5






    Smeerplaats (aantal)
    Motorkapslot en
    blokkeerhaak (3)
    Motorkapscharnieren (2)
    Portieruitstellers (2)
    Portierscharnieren (4)
    Windscherm schuifdak (1)
    Portiersloten, glijvlakken (2)
    De bedieningskabel voor het openen
    van de bagageruimte en de tankklep (2)
    De scharnieren voor de bediening van
    het openen (2)

    Smeer-
    middel


    Olie
    Olie
    Olie
    Olie
    Olie
    Lage-
    temperatuurvet
    Vet

    Olie


    Nr
    6


    7
    8








    Smeerplaats aantal
    Slot kofferdeksel (1)
    Scharnieren
    kofferdksel (2)
    Rails (4) voorstoelen
    Sleutelslot (2)







    Smeer-
    middel

    Lage-
    temperatuurvet
    Olie
    Olie
    Volvo slotenolie of
    lage-temperaturenvet










    Pagina 7:8 Koelvloeistof
    Go To Top of Page.

    Koelvloeistof

    Vul nooit met alleen schoon water bij! Gebruik
    het gehele jaar een mengsel van 50% Volvo
    anti-vries, type C
    (blauwgroen) en 50 % water.

    N.B! De motor is van een aluminiumlegering
    gemaakt, zodat het belangrijk is om Volvo
    anti-vries te gebruiken. Deze heeft een
    bijzonder goede corrosiewerende werking!
    Verschillende koelvloeistoffen mogen niet
    met elkaar worden gemengd!

    Door de anti-vries worden in de zomer
    corrosie en in de winter ook bevriezen
    voorkomen. Als de auto nieuw is, is het koel-
    systeem gevuld met koelvloeistof die tegen
    circa -35°C bestand is.
    Inhoud van het koelsysteem: ca 10 liter.

    Koelvloeistof telkens bij het
    tanken controleren

    Het peil moet tussen de streepjes liggen. Vul de
    vloeistof bij, als het peil onder het MIN-streepje.
    gekomen is.
    Schroef, als bijgevuld moet worden en als de
    motor warm is, de dop van de expansietank
    voorzichtig los om de overdruk te laten ont-
    snappen.

    Koelvloeistof om het jaar verversen

    Aftappen
    1 Zet de temperatuurhendel op het instrum-
       tempaneel op de maximale warmte.
    2 Verwijder de dop van de expansietank
    3 Draai de kranen aan weerskanten van
       het motorblokopen.
    4 Maak de onderste slang bij de radiator los.


    Vullen
    5 Draai de kranen dicht enzet de slang vol-
       gens 3 en 4 hierboven vast.
    6 Vul de expansietank tot het MAX-streepje
       of nog iets hoger.
    7 Laat de motor warm draaien, controleer het
       koelsysteem op lekkage en vul koelvloeistof
       tot het MAX-streepje bij.



    Koelvloeistof





    Pagina 7:9 Ventilatorriemen en V-riemen voor de stuurbekrachtiging en airconditioning

    Go To Top of Page.

    Stuurbekrachtigingspomp en Compressor airconditioning



















    Riemen vervangen


    Als u zelf een riem heeft vervangen, moet u
    de riem 1-3 mm kunnen indrukken.
    Na het vervangen van een riem moet de riem-
    spanning door een Volvo-werkplaats worden
    gecontroleerd en eventueel afgesteld.

    Toestand van de riemen
    controleren

    Controleer regelmatig of de riemen heel en
    schoon zijn. Versleten of vuile riemen kunnen
    de oorzaak zijn van een slechte koeling en een
    laag dynamovermogen en ook van een slecht
    werkende stuurbekrachtiging en airconditio-
    ning

    Laat een Volvo-garage de
    riemen afstellen en vervangen

    Door de plaats van de riemen kan het erg lastig
    zijn om zelf een riem af te stellen of te ver-
    vangen. Laat dit dus aan een Volvo-werkplaats
    over.






    Pagina 7:10 Sproeivloestof

    Go To Top of Page.

    Sproeikoppen afstellen   Sproeivloeistofreservoir

    Sproeikoppen afstellen

    De vloeistofstralen moeten de ruit volgens
    de afbeelding raken. De stralen kunnen met
    een schroevendraaiertje naar boven/beneden
    worden versteld.


    Sproeivloeistofreservoir

    De ruite- en koplampsproeiers hebben het-
    zelfde reservoir. Dit zit onder de motorkap
    en heeft een inhoud van ca 4 liter.
    Gebruik in de winter ruitesproeier anti-vries,
    zodat de vloeistof in het reservoir en de slan-
    gen niet bevriest.




    Pagina 7:11 Motorolie

    Go To Top of Page.

    Oliepeil telkens bij het tanken controleren

    Zet de auto op een horizontale ondergrond en wacht 1 minuut,
    nadat de motor afgezet is. Veeg voor de controle de peilstok af.
    Het peil moet binnen het gearceerde deel van de peilstok liggen.
    De hoeveelheid tussen het merkteken MAX en MIN van de
    peilstok is ca 1 liter.


    Eventueel olie bijvullen

    Gebruik dezelfde oliesoort alsin de motor zit. Zie de volgende pagina.
    De vuldop moet recht omhoog worden getrokken.
    Als u bij het olie verversen de juiste hoeveelheid toevoegt, komt het
    oliepeil ongeveer in het midden van het gearceerde deel van de peilstok
    teliggeen, d.w.z. midden tussen de merktekens MAX en MIN hetgeen
    geheel normaal is. Vul niet teveel olie; dan wordt het olieverbruik
    hoger.

    Motorolie

    Motorolie aftappen

    U kunt bij de aftapplug komen via een gat in de voorste afscherm-
    plaat van de motor. Tap de olie af, als deze nog warm is.


    Waarschuwing! de olie kan erg
    heet zijn

    Oliefilter vervangen
    bij olie verversen

    Verwijder het oude oliefilter en gooi dit weg.
    Breng een nieuw aan volgens de instructies op
    het filter.












    Pagina 7:12 Motorolie
    Go To Top of Page.

    Oliekwaliteit:

    API SG* of API SF* of CCMC G2/G3.
    *Oliën met de aanduiding SG/CD, SF/CC en SF/CD voldoen aan
    deze norm.
    Synthetische of semi-synthetische oliën moge worden gebruikt, als
    deze aan bovenstaande API-normen voldoen.
    Volvo adviseert geen extra olietoevoegingen te gebruiken,
    omdat deze een negative invloed op de levensduur van de
    motor kunnen hebben.

    Viscositeit:

    (bij constante luchttemperatuur)
    Olie-inhoud: 6.0 liter

    Controleer bij tanken altijd het oliepeil.

    Olie verversen en oliefilter vervangen

    Dit gebeurt voor de 1e maal bij een garantie-inspectie na 1000-
    2000 km
    Daarna volgens onderstaande tabel. Interval naar kilometerstand of tijd,
    al naar gelang het eerste het geval is.





















    Motoroliën
    Rij-omstandigheden

    Interval olie verversen en
    oliefilter vervangen
    Ongunstige rij-omstandig-
    heden: zie hieronder
       Om de 5000 km of 3 maanden
    Normale rij-omstandig-
    heden
       Om de 10 000 km of 6 maanden








    Ongunstige rij-omstandigheden

  • langdurig rijden in stoffige/zanderige omgeving
  • langdurig rijden met caravan/aanhanger
  • langdurig rijden in bergterrein
  • langdurig rijden met hoge snelheid
  • langdurig stationair lopen of rijden met lage snelheid
  • lage temperaturen (onder 0°C) met voornamelijk korte afstanden
       (korter dan 10 km)













  • Bij extreme rij-omstandigheden die een abnormaal hoge
    olietemperatuur of een abnormaal hoog olieverbruik geven, zoals
    b.v. bij het rijden in bergterrein met veel afremmen op de motor
    en bij zeer snel rijden op
    autosnelwegen, wordt SAE 15 W/40 of SAE 20 W/40 motorolie aange-
    raden. Denk echter aan de onderste temperatuurgrens voor deze oliën!









    text en foto's uit Handleiding Modeljaar 1990

    Go To Top of Page