Exclusief
Volvo’s geschiedenisboek is rijk aan exclusieve modellen. Op de Salon van Brussel in 1955 beleefde de P 1900 zijn premiere.
Het was een sportieve cabriolet met een koetswerk in kunststof. In 1956 werden 44 stuks gebouwd, het jaar daarop 23.
De Elizabeth I was een PV 444 coupé met een 4-5 zitplaatsen, die door Michelotti was vervaardigd voor een Zweedse zakenman.
De voorsteven was heel apart. het radiatorrooster stond ondersteboven. Even werd aan serieproduktie gedacht,
maar uiteindelijk bleef het bij dit ene exemplaar.
Anders verliep het met de P 1800, die de legende is ingegaan als de wagen van Simon templar, "the Saint".
Ook dit model was van Italiaanse oorsprong. De P 1800 zag het licht bij Frua in Turijn.
Onmiddellijk dacht men aan serieproduktie. Het ws een waagstuk want het model P 1900 was een financieel fiasco geworden.
Maar het liep goed af: De P 1800 kende wel succes. De Volvo 3000 GTZ was een schitterende coupé.
Hij werd ontworpen door Zagato, had de 3-liter zescilinder onder de kap... en bleef slechts bestaan voor de duur van de
salon van Genève in 1971.
De Volvo P 172 was weer een ander geval.
Deze bij Volvo ontworpen 2 + 2 coupé had een prachtig design, fijner en evenwichtiger dan de befaamde Facel-Vega.
Er was zelfs een open versie van gepland. Wat zijn stijl betreft, was hij ver vooruit op zijn tijd.
De voorbereidingen voor de produktie waren al ver gevorderd, toen de raad van bestuur van Volvo het project naar de
archieven verwees. Dat was het begin van 1967.
De raad van betuur schrok terug voor de hoge investeringen omdat zij twijfelde aan het bestaan van een markt voor
dit type van sportwagen.
Maar de gedachte aan een coupé liet Volvo niet los.
Zelfs in volle energiecrisis lanceerde het merk zo’n model: de 262, die in de lente van 1977 de benaming 262C kreeg.
Het Zweedse bedrijf liet de fabricage over aan de Italiaanse onderneming Bertone.
Volvo stuurde kits naar Turijn, waar gezorgd werd voor de aanpassingen, de assemblage en het lakken.
Tot in de zomer van 1981 werden alles bij elkaar 6.622 stuks gebouwd.
Filosofie
Vandaag is Volvo meer dan ooit trouw aan de filosofie van de coupé.
De 480 en de 780 zijn twee uitblinkers in de Volvo-gamma.
Zelfs in deze twee sterk individulitisch getinte modellen is de bedrijfsfilosofie van Volvo volop aanwezig.
Volvo is er niet op uit om auto’s te bouwen die opvallen door hun zeer sportieve of luxueuze eigenschappen.
De bedoeling is tegendeel om aan de kenners een wagen te bieden die een bijzonder mooi en apart koetswerk kombineert met
alle basiskwaliteiten van een echte volvo. M.a.w., eerder dan naar luxe gaat de aandacht naar de veiligheid.
Dezelfde benadering geldt wat de sportieve karakteristieken betreft. Volvo’s hebben inzake prestaties dezelfde mogelijkheden
als de meest in het oog lopende modellen, maar het Zweedse merk vindt het nogal zinloos om de zaken op de spits te drijven.
Het spurtnummer 0 naar 100 km/u afleggen in zoveel seconden is van minder belang dan op een snelle en veilige manier
van 100 km/u te kunnen afremmen tot 0 km/u. Vinnigheid is OK, maar veilig kunnen remmen is belangrijker.
De 480 en de 780 tonen aan dat de Volvo in staat is om prachtige coupé’s te bouwen zonder ook maar iets prijs te
geven waarvoor het merkbekend staat. Pas in hachelijke rijsituaties toont een auto zijn ware kwaliteiten.
Dan pas wordt het echte verschil duidelijk. De coupé 780 mag dan een luxueuze en aantrekkelijke wagen zijn,
hij is in de eerste een wagen die Volvo’s verbintenis ten opzichte van de klant zeker kan zijn dat ze ook op lange termijn
hun kwaliteiten behouden.
Authentiek
De coupé 780 is getekend door Bertone. Het lastenboek stelde hoge eisen:
De Volvo-filosofie moest gestalte krijgen in een rascoupé waarvan de lijnen geinspireerd zouden zijn door de 760-740.
Het resultaat is prachtig. De 780 is tegelijk een echte Bertone en een authentieke Volvo.
Hij is strak gelijnd maar biedt evenveel leefruimte als de berlines.
Onderstel, ophanging, struktuur en mechniek zijn rechtstreeks afgeleid van de 760.
De coupé wordt enkel aangeboden met de nieuwe V6 Volvomotor van 2,8 liter (170 pk), een viertraps automatische
versnellingsbak
en een ABS remssyeem. De boorduitrusting is luxueus en de afwerking zeer verfijnd.
De 780 wordt aangeboden zonder opties tegen de prijs van 105.000 Gulden.
De 780 moest een kwalitatief hoogstaande en een uiterst geraffineerde wagen worden.
Het meesterschap van de vakman is merkbaar in elk detail.
Zeer ervaren ambachtslui hebben gebruik gemaakt van de edelste materialen die in dit laatste stukle van de de 20ste eeuw
beschikbaar zijn.
Het resultaat is een kombinatie van de typische Volvo-eigenschappen (veiligheid, betrouwbaarheid, lange levensduur)
met exclusieve luxe en komfort.
Bertone heeft unieke oplossingen bedacht. Zo innoveert hij de houten profielen met dubbele welving.
Het beukehout wordt eerst twee jaar in het water gelegd. Op die manier worden de spanningen weggewerkt,
die schade zouden kunnen veroorzaken wanneer het hout in zeer dunne lamellen worden gesneden.
Elk lambrizeringsstuk bestaat uit elf lagen beukehout met daarover een vel iepehout, afkomstig van een dwars gesneden stuk
van de basis van de stam van de iep. de oogststrelende tekeningen in het hout zijn dan helemaal zichtbaar.
Na persing bij 150° C worden over de lambrizringstukken zeven fijne laagjes lak gelegd.
De zetels zijn met leder bekleed op een manier die enkel de beste vaklui beheersen.
Elke zetel is een meesterstuk op zichzelf. Per wagen gebruikt men 20 m² leder.
Het wordt versneden in een groot aantal stukken, die dan perfect aam elkaar worden genaaid.
De 780 belichaamt het summum van Volvo’s know-how en is tegelijk het product van een uitzonderlijk ambachtelijk meesterschap.
Latijns genie
Voor het huis Bertone betekende de 780 een uitdaging. Volvo is een konstructeur die zeer hoge eisen stelt.
Voor de 780 liggen die hoger dan ooit, want hij is het vlaggechip van de Volvo-vloot.
De fabricage van een 780 vergt meer arbeidsuren dan eender welk ander model dat ooit bij Bertone werd gebouwd.
Daar komen dan nog de ontelbare kwaliteitskontroles bij, zowel tijdens de fabricage als achteraf.
Aan de levering van elke 780 gaat een wegtest vooraf van 20 tot 40 kilometer.
Het kontact tussen Volvo en Bertone werd ondertekend in 1982. Volvo beoogde een synergie,
een soort transeuropese alliantie tussen Scandinavische ernst en het Latijnse genie van Bertone.
De italiaanse karrossier tekende het koetswerk,
maar stond bovendien in voor de feasability-studie vooraf en neemt ook de eigenlijke fabricage op zich.
Bertone is immer niet alleen een meester ontwerper maar ook een topindustrieel.
Per jaar produceren 1500 werknemers er 20.000 uitzonderlijke auto’s.
De 780 wordt vervaardigd in de werkplaatsen van Grugliasco, ten westen van Turijn,
op basis van de mecanische onderdelen van de 760 die uit Zweden worden ingevoerd.
Bertone zelf stond in voorde helft van de investering.
De geplande jaarproduktie bedraagt 4000 exemplaren: een doelbewuste beperking, omdat de 780 een exclusieve prestige-object
moet blijven.
